Wat betekent ‘copycat’?
+ + +
Het woord ‘copycat’

Met het Engelse woord ‘copycat’ wordt bedoeld dat een bepaalde gang van zaken of een bepaalde manier van doen wordt nagedaan. Je kunt je bijvoorbeeld voorstellen dat een bank op een speciale, slimme manier wordt beroofd. Als daarna andere bandieten een andere bank op dezelfde slimme manier beroven, kun je spreken van copycat.

In hoofdstuk 23 van Copycat komt de volgende dialoog voor tussen Zara en Stefan. Zara wees het gebouw aan.
“Professor Rimsky had het volgende plan. Nadat zijn twaalf mensen heimelijk het eiland hadden betreden, wilde hij ze ’s nachts in het kledingmagazijn laten inbreken. Dan konden ze bewakerskleding stelen, een groene overall en een legerpet met klep. In die kleding zouden ze zich onder het personeel kunnen begeven.” “Goed idee. Dat plan gaan wij dus kopiëren,” mompelde Stefan.

Dit is een geval van ‘copycat’. De titel van het boek slaat trouwens ook op andere zaken. Welke?

Film en boeken ‘Copycat’
Copycat is ook de titel van een Amerikaanse film uit 1995, die gaat over een serie moorden die op elkaar lijken. De film heeft niets met het thema klonen of het boek Copycat te maken.

In 2003 publiceerde de Engelse schrijfster Gillian White een boek met dezelfde titel. Het gaat over een vrouw die beangstigend ver gaat in het imiteren van een vriendin. Het thema ‘klonen’ speelt geen rol in het boek.

In 2009 werd er nog een boek gepubliceerd met dezelfde titel, geschreven door de Vlaamse misdaadauteur Luc Deflo. Net als de hierboven genoemde Amerikaanse film gaat het over een serie op elkaar lijkende moorden. Boek en film hebben niets te maken met elkaar of met het thema ‘klonen’.
De geheime boodschap in de e-mail van peter long
In hoofdstuk 22 is Peter Long bang en onzeker. Hij heeft raad nodig en daarom schrijft hij een e-mail naar zijn contactpersoon in de hoofdstad. Die mail heeft een merkwaardige inhoud:

Van: Peter
Aan: Jonathan
Datum: 28/5

Mijn beste Jonathan, hoe maak je het? Op mijn eiland is het volop lente. Hier heeft de mooie maand mei ons verwend met zon. Wij kunnen vaak interessante tochtjes maken langs buitengewoon aardig aangelegde bochtige heerlijk verlaten landweggetjes. Tot zo ver over mij. Heb jij het ook naar je zin?


Als je hoofdstuk 22 leest, kan je niet begrijpen wat Peter met die mail wil. Maar verderop in het boek, in hoofdstuk 32, legt Peter uit hoe hij in onschuldige e-mails geheime boodschappen kon verstoppen:

“Ik moest lange e-mails schrijven over onschuldige onderwerpen, zoals het weer hier. Alleen enkele letters waren van belang voor de ontvanger. De datum bepaalde welke letters dat waren. Bijvoorbeeld, het is nu 31 mei, dus 31-5. Dan leest de ontvanger de eerste letter, slaat 31 letters over, leest een letter, slaat dan 5 letters over, slaat dan 31 letters over, enzovoort.”

Nu je dit weet, kan je met andere ogen kijken naar Peter’s mail. Die is geschreven op 28/5, ofwel 28 mei. Kortom:

De eerste letter is de ‘M’ van Mijn.
Sla 28 letters over, zo kom je op de ‘O’ van op.
Sla 5 letters over, dan ben je bij de ‘e’ van eiland.
Sla 28 letters over, en je bent bij de ‘t’ van heeft.

Het eerste woord van de geheime boodschap is dus Moet. De rest van de boodschap kun je nu makkelijk ontcijferen.
De doolhof
De doolhof in Copycat is afgeleid van een doolhof die afgedrukt staat in het boek Doolhoven en labyrinthen. De auteur van het boek is Janet Bord en het boek verscheen in 1976. Volgens het boek was men in Nova Scotia (Canada) bezig de doolhof te maken. Een beroemde Engelse doolhof bij Hampton Court diende ter inspiratie. Er zouden 1200 bomen voor gebruikt worden en hij zou 51 bij 41 meter lang worden.

Het lijkt erop dat deze doolhof nooit is afgemaakt. De doolhof in Copycat lijkt er grotendeels op. Er zijn enkele verschillen. Belangrijkste is dat Copycat de ingang in het midden heeft. Dat is overigens in bijna geen enkele andere doolhof zo.
De goocheltruc uit hoofdstuk 47 verklaard
Vooraf: een eenvoudig trucje

Het volgende trucje kun je ieder moment zonder voorbereiding vertonen. Neem een spel kaarten en laat het schudden. Pak het spel en bekijk stiekem de onderste kaart. Laten we zeggen dat het schoppen zes is. Leg het spel met de rug naar boven op tafel en spreid de kaarten slordig over de tafel uit. Onthoud goed waar de schoppen zes komt te liggen. Zeg tegen iemand uit het publiek: “Wijs schoppen zes eens aan.”
De kaart die wordt aangewezen pak je op. Je kijkt even naar de beeldzijde. Je ziet bijvoorbeeld dat het ruiten twee is. Je legt de kaart met de rug naar boven voor je en zegt: “Goed gedaan. Nu ruiten twee.”

Ook de kaart die nu wordt aangewezen pak je op en je kijkt weer naar de beeldzijde. Laten we ervan uitgaan dat het hartenboer is. Ook deze kaart leg je met de rug naar boven voor je, bovenop de kaart die er al ligt. Je zegt: “Prima. Nu hartenboer.”

Ook de kaart die als derde wordt aangewezen pak je en bekijk je. Stel dat het klavervrouw is. Dan leg je die met de rug naar boven op de twee kaarten die voor je liggen, terwijl je zegt: “Dan zal ik er nu klavervrouw bij pakken.” Vervolgens pak je de schoppen zes, die je de hele tijd in de gaten had gehouden. Je bekijkt hem even en zegt: “Klopt. Klavervrouw.”

Deze kaart - in werkelijkheid dus de schoppen zes - leg je niet op, maar brutaalweg onder de drie andere die voor je lagen. Dan zeg je: “Weten jullie het nog? Schoppen zes, ruiten twee, hartenboer, klavervrouw.” Ten slotte pak je het stapeltje van vier kaarten voor je, je draait ze om en laat ze alle vier een voor een op tafel vallen.

Copycat: verbeterde versie!
Het trucje hierboven is best aardig, maar een beetje een slimmerik heeft ‘m al snel door. Dat wordt heel anders als... je een gemerkt spel kaarten hebt. Oftewel: een spel waarvan iedere kaart een geheim tekentje op de rugzijde heeft waardoor jij kunt zien welke kaart het is. Zo’n spel wordt verkocht in goochelwinkels, zie bijvoorbeeld www.dynamitemagic.nl. Als je de truc nu doet, hoef je
(a) niet aan het begin stiekem de beeldzijde van een kaart te bekijken
(b) de aangewezen kaarten ook niet stuk voor stuk op te pakken en te bekijken.

Wat doe je wel? Je kiest in gedachten een kaart uit die een beetje in een hoek apart ligt. Je leest het geheime merktekentje. Stel dat het ruiten negen is. Dan geef je de opdracht aan het publiek ruiten negen aan te wijzen. De kaart die wordt aangewezen, draai je niet om, maar leg je voor je. Ondertussen lees je de rugzijde. Als het bijvoorbeeld hartenheer is, geef je de opdracht hartenheer aan te wijzen. Het publiek wijst weer een kaart aan, die leg je voor je. Als het bijvoorbeeld klavertien is, geef je opdracht klavertien aan te wijzen. De aangewezen kaart leg je voor je op de andere twee. Je leest de rugzijde, laten we zeggen dat het schoppenaas is. Dan zeg je dat je zelf schoppenaas erbij zal leggen en dan pak je... de ruiten negen die in het hoekje apart lag. Je legt ‘m onderop het stapeltje van de andere drie. Ten slotte draai je de kaarten om. Je publiek is met stomheid geslagen. Een waterdichte truc!

Simon’s opmerking en Zelle’s raadselachtige zinnetje
In hoofdstuk 58 heeft Simon de truc plotseling door. Als je de uitleg van de truc hierboven goed hebt begrepen, snap je dat Simon zegt:
“Wacht even! Die kaarten waren gemerkt! Zij pakte toch zelf de laatste kaart? Dat was natuurlijk de kaart die ze het eerst had genoemd! Ze hoefde alleen de kaarten van plaats te laten wisselen...”

Zelle had aan het eind van hoofdstuk 47 een raadselachtig zinnetje uitgesproken:
“Hij heeft klavervrouw gekozen, alleen weet hij het zelf niet...” Kun je dit zinnetje nu verklaren?
De geheime codes van strindberg ’s villa in hoofdstuk 53
Om het tuinhek en de toegangsdeur van Strindberg’s villa te openen, toetsen Zara en Charlie twee codes in:

JSB1685
FEC1810

Zoals je ziet, heeft Strindberg twee combinaties van letters en cijfers gekozen waar je niet zomaar op komt. Wat je waarschijnlijk niet hebt opgemerkt, is dat Strindberg codes heeft ontworpen die makkelijk te onthouden zijn... voor iemand die de sleutel weet. Wat zou die sleutel zijn? Kijk eens naar de twee cijferreeksen. Dat zouden twee jaartallen kunnen zijn. De letters ervoor zouden met die jaartallen te maken kunnen hebben. Ze kunnen bijvoorbeeld slaan op gebeurtenissen of mensen die met die jaartallen in verband staan. Probeer nu eens te bedenken naar wat voor gebeurtenissen of mensen de belangstelling van Strindberg uitgaat. Uit eerdere hoofdstukjes weten we dat hij ingenieur is, helikopterpiloot en muziekliefhebber.

Om het alarm uit te schakelen, toetst Charlie in:

SMBLEB

Dit is een grapje van de schrijvers. Het zijn de initialen van mensen, maar niet uit het verleden. Kun je achterhalen, wie?

De kluis van Strindberg gaat open bij de volgende getalcombinatie:

18 - 49 - 19 -12

Deze code laat zich lezen als de combinatie van twee jaartallen. Naar wat of wie verwijzen die jaartallen?
Copycat - Knipoogjes naar de werkelijke wereld
Het motto voorin
Voorafgaand aan hoofdstuk 1 van Copycat is het volgende motto te lezen.

Dat de waarheid moet vechten voor haar leven is een trieste ontdekking. Dat de waarheid niet aan het licht zal komen, tenzij ze veel hulp krijgt, is erg verontrustend.

Dit is een citaat van de Amerikaanse filosoof en computergeleerde Douglas Hofstadter (1945). Het is te vinden in het vijfde hoofdstuk van zijn boek Metamagische Thema’s. Hofstadter stelt vast dat bijgeloof en allerlei andere onzin vaak serieus wordt genomen, in tegenstelling tot onweerlegbaar aangetoonde feiten. Natuurlijk zijn Stefan en zijn vrienden vastbesloten ervoor te zorgen dat de waarheid wel aan het licht komt!

Het uiterlijk van professor Rimsky (hoofdstuk 12)
Professor Rimsky wordt als volgt beschreven.

Het was een magere, kleine man met wit golvend haar tot over zijn oren. Door zijn brilletje werden zijn priemende ogen vergroot.

Uit het krantenbericht een paar hoofdstukjes verder blijkt dat zijn voorletter een ‘C’ is. Laura en Simon hebben het uiterlijk van een persoon uit de werkelijkheid beschreven, namelijk een Nederlandse schilder. Welke – inmiddels overleden – Nederlandse schilder had als voorletter een ‘C’ en zag er zo uit als professor Rimsky?

De poster met de jonkvrouw en de eenhoorn (hoofdstuk 14)
Stefan gaat op verzoek van professor Rimsky naar een bijeenkomst in een studentenkamer. Als hij aankomt is er niemand. Hij kijkt de kamer rond en ziet onder meer het volgende.

Aan de muur hing een grote poster met een middeleeuwse jonkvrouw en een eenhoorn erop.


Dit is een grapje van de schrijvers. Het is namelijk een werkelijk bestaande poster. Laura en Simon zijn in Parijs aan hun boek begonnen. Daar is ergens een museum met een wandtapijt met daarop een jonkvrouw en een eenhoorn. Zoek maar eens uit welk museum dat is.

De namen ‘Saskia’ en ‘Rex’ (hoofdstuk 27)
Toen Zara als verpleegster verkleed rondliep, sprak ze een ‘Saskia’ die zei dat ze verliefd was op ‘Rex’. Er bestaat een spannend Nederlands boek waarin de hoofdpersoon Rex heet en zijn vriendin Saskia. Zoek maar eens uit welk boek dit is. Géén kinderboek!

De hond van opa en oma Petersen (hoofdstuk 36)
Als Charlie en Simon naar de boerderij van hun opa en oma lopen, worden ze door de hond Argos herkend. Charlie zucht:
“Dat Argos ons na tien jaar nog herkent...!”

In een ander, heel beroemd boek, komt een hond voor die zijn meester na twintig jaar herkent. Die hond heet ook Argos. Heb je een idee wie de meester van die Argos is?

Grapje met de namen Stefan Bernhardt en Zara Adena
In hoofdstuk 40 vraagt Stefan aan Zara of het goed lukte om te doen alsof zij verpleegster was:

“Ging het goed, dat voor verpleegster spelen?” “Het toneelstukje lukte prima. Misschien heb ik een verborgen talent voor verpleegster.” “Of voor actrice. En, ben je wat te weten gekomen?”


Als je een beetje goochelt met de namen ‘Stefan Bernhardt’ en ‘Zara Adena’ zie je een verwijzing naar een beroemde Franse actrice. Twee vragen: Om welke actrice gaat het? Wat denk je, gaan Stefan en Zara later trouwen?

Grapje met de naam Zelle
In hoofdstuk 47 maakt Simon kennis met het mooie meisje Zelle. Er heeft een mooie Nederlandse vrouw geleefd die Zelle heette, alleen was dat niet haar voornaam, maar haar achternaam, en is ze bekend geworden onder een heel andere naam. Het was een geheimzinnige vrouw, vermoedelijk een gevaarlijke spionne. Zoek maar eens uit wie die vrouw was.

Wat heeft Stefan gelezen? (hoofdstuk 59)
’s Nachts onder een heldere sterrenhemel zegt Stefan tegen Zara:

“Ik heb eens gelezen dat er twee dingen zijn waar mensen nooit genoeg van zullen krijgen om naar te kijken: gezichten en sterrenhemels.”


Waar heeft hij dat gelezen? Er is een mooi kort verhaal, Gezichten, van de Bosnische schrijver Ivo Andric (1892 – 1975). Zoek het maar eens op. Je zult de betrokken zin makkelijk kunnen vinden.

Grapje met de naam Julius Strindberg
In hoofdstuk 60 schreeuwt Stefan tegen Julius Strindberg:

“Een toneelschrijver kan de figuren die hij bedenkt laten doen wat hij wil! Wij niet!”


Julius Strindberg is dus kennelijk géén toneelschrijver, al lijkt hij er wel op. Met wie moeten we hem dus niet verwarren?
De Schrijvers
Simon Burgers

Simon (1958) is componist en leraar Nederlands. Hij componeerde onder meer de muziek voor een paar Nederlandse speelfilms. Op Youtube kun je een paar van zijn stukken beluisteren. Verder publiceerde hij onder het pseudoniem Simon Bottema de lichtvoetige roman De rectrix (Meulenhoff, 1995).

Laura Burgers
Laura (1989), dochter van Simon, deed eindexamen gymnasium in 2007. Was hoofdredacteur van de schoolkrant. Ze studeert nu rechten in Amsterdam.